Extrinsieke motivatie van leerlingen

Heb jij ook leerlingen die alleen maar in actie komen als ze worden beloond als ze iets doen of als ze een straf krijgen als ze het niet doen?

En ben je benieuwd hoe je deze leerlingen kunt motiveren om ook zonder de beloning of straf in actie te komen?

In dit blog lees je over verschillende vormen van motivatie en hoe je de eigen motivatie van leerlingen kunt vergroten.

Vormen van motivatie

Leerlingen die alleen in actie komen voor een straf of beloning zijn extrinsiek gemotiveerd. Wanneer een leerling voor de activiteit zelf gemotiveerd is, dan is deze intrinsiek gemotiveerd. De motivatie komt van binnenuit. Je vindt het leuk om te doen, haalt er voldoening uit.

Als we heel eerlijk zijn, zijn er vaak maar weinig dingen waar we echt intrinsiek gemotiveerd voor zijn en zelfs als je dat wel bent, moet je je ook tot die activiteiten wel eens toe zetten. Het is heel normaal en ook geen probleem wanneer dit gebeurt wanneer je op zo’n moment je autonome motivatie kunt aanspreken. Als je autonoom gemotiveerd bent, dan ben je gemotiveerd omdat je het nut van de activiteit inziet: je weet waar je het voor doet en wat je eraan hebt. Deze activiteiten vind je niet altijd leuk om te doen, maar doe je wel omdat je er zelf voor kiest.

Motivatie voor iets kan dus veranderen. Zo kan een leerling extrinsiek gemotiveerd zijn om wiskundesommen te maken. Hij doet het omdat het morgen gecontroleerd wordt en hij anders straf krijgt. Tijdens het maken begint hij er echter lol in te krijgen. Hij begint het te snappen en raakt gemotiveerd van de steeds moeilijkere sommen die hij op kan lossen. De motivatie is nu intrinsiek geworden.

Andersom kan natuurlijk ook. Een leerling die intrinsiek gemotiveerd de wiskundeles binnenkomt. Tijdens de uitleg begrijpt hij het niet meer en denkt dat het toch nooit gaat lukken. Weg intrinsieke motivatie. Omdat de leerlingen het belangrijk vindt om het toch te gaan begrijpen (autonome motivatie), vraagt hij hulp aan de docent en zo lukt het toch. Eigenlijk schuift je motivatie dus de hele tijd heen en weer. Ik hoor vaak docenten die hun leerlingen intrinsiek willen motiveren voor hun vak. Uiteraard een heel mooi streven. Maar het is niet haalbaar en daarnaast is de vraag of dit wel nodig is. Niet iedereen vindt tenslotte hetzelfde leuk en je moet soms ook dingen doen die je niet zo leuk vindt.

Autonome motivatie als basis

Motivatie gaat niet over hoe graag je iets wilt, het gaat over hoeveel moeite je ergens in wilt stoppen om je doel te bereiken. Motivatie is niet iets wat je wel of niet hebt. Je kunt het met creëren, vergroten en in stand houden.

Het is daarom een mooi uitgangspunt om met leerlingen de autonome motivatie als basis te nemen. De leerling weet dan waarom hij iets doet en wat hij eraan heeft.  

Daarbij is de manier waarop een leerling tegen een taak aankijkt belangrijk. Of je iets als leuk of nuttig ervaart, hangt van je eigen interpretatie van de taak af. Een leerling kan zijn houding veranderen door de voordelen te benoemen die horen bij het afronden van de taak.


Motivatie ontlokken

Door met leerlingen in gesprek te gaan, kun je de eigen motivatie van leerlingen om te veranderen vergroten. Bij het inzetten van Motiverende gespreksvoering praten leerlingen zichzelf eigenlijk naar de motivatie om iets te gaan doen toe. Dit is het tegenovergestelde van wat ik vaak zie/hoor gebeuren. De docent/mentor vertelt (met de beste bedoelingen) aan de leerling waarom het goed is om iets te gaan doen of anders aan te pakken. Dit komt dan niet echt aan bij de leerling. Vaak heeft het zelfs een averechts effect.

Wat als je dit zou omdraaien en de leerling de redenen tot verandering zelf uit zou spreken. Dit kan je doen door bij de leerling verandertaal te ontlokken, door de vragen die jij stelt en door hoe jij op de antwoorden van leerlingen reageert. Door deze gesprekken kun je de autonome motivatie van leerlingen vergroten en ze leren hoe ze deze in stand kunnen houden.

Werkt extrinsieke motivatie dan helemaal niet?

Werkt belonen dan helemaal niet om de motivatie te vergroten? Belonen is niet per definitie slecht voor de motivatie. Motivatie die extrinsiek begint, kan tenslotte ook veranderen in autonome of intrinsieke motivatie. Belonen kan echter wel een averechts effect hebben, bijvoorbeeld wanneer een leerling zich echt alleen voor de beloning inzet. Er is alleen maar extrinsieke motivatie. Als dit de enige motivatie is en er wordt niet met de leerling gepraat om zijn autonome motivatie te vergroten, dan heeft die beloning dus een averechts effect. De leerling zal zonder straf of beloning niks meer doen.

Een externe prikkel, zoals een beloning, werkt alleen maar als deze innerlijk motiverend is.

Een beloning kan dus bijvoorbeeld wel goed werken wanneer een leerling autonoom gemotiveerd is om woordjes te leren. De leerling spreekt met zichzelf aan dat hij 20 minuten geconcentreerd woordjes gaat leren, als hij dat gedaan heeft dan mag hij 10 minuten op zijn telefoon. In dit geval versterken de 2 vormen van motivatie elkaar.

Wil je meer weten over het vergroten van de motivatie door met leerlingen in gesprek te gaan?

Vraag hier dan gratis het e-book 'Motiverende onderwijsgesprekken aan met daarin 5 gespreksvoorbeelden en een checklist motivatiegesprek'.