Motivatie van leerlingen vergroten

Hoe kan ik de motivatie van mijn leerlingen vergroten?

Vraag jij je, net als je onderwijscollega's, wel eens af hoe je de motivatie van jouw leerlingen kan vergroten? De kans is groot van wel, helaas zijn er heel veel tieners die niet gemotiveerd zijn om te leren. Terecht worden er, als het over motivatie gaat, vaak vragen gesteld over het huidige onderwijs en of dit niet zou moeten veranderen. En wordt er gesteld dat tieners door het huidige onderwijs niet gemotiveerd zijn. Uiteraard kunnen er een hoop grote dingen veranderd worden in het onderwijssysteem, maar ik denk niet dat daardoor alle motivatieproblemen opgelost zijn. Ook is het hele onderwijs veranderen, niet iets waar ik (of jij) direct een hele grote invloed op kan hebben. Waar we wel heel veel invloed op hebben, zijn die leerlingen waar we dagelijks mee te maken hebben. In dit blog lees je dan ook wat jij kunt doen om de motivatie van jouw leerlingen te vergroten.

Motivatie is er altijd

Het begint met hoe jij tegen jouw leerlingen en hun motivatie aankijkt. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen in de basis gemotiveerd is om de leren. Alleen zit die motivatie soms verstopt. Soms onder een klein laagje, soms onder meerdere dikke lagen. In de zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci worden relatie, autonomie en competentie genoemd als basisvoorwaarden voor motivatie. Ontbreekt één of meer van deze basisvoorwaarden dan wordt het willen leren en ontwikkelen geremd. Het is de kust (en uitdaging) om er samen met jouw leerlingen achter te komen waaronder de motivatie verstopt is. Voelt de leerling zich bijvoorbeeld niet veilig in de klas? Is de lesstof te makkelijk of juist te moeilijk? Heeft de leerling faalangst? Voelt de leerling zich niet gezien? Het kunnen allemaal redenen zijn waardoor er geen motivatie (meer) is om te leren.

Intrinsieke, extrinsieke en autonome motivatie

De grootste mythe van motivatie is wel dat alles leuk moet zijn. Dat iets leuk moet zijn om ervoor gemotiveerd te kunnen zijn. Natuurlijk helpt het om iets leuk te vinden, maar alles dan maar zo leuk mogelijk proberen te maken is geen oplossing. Je zult in dit blog dan ook geen tips vinden voor leuke werkvormen om lessen leuker te maken. Waarmee ik niet wil zeggen dat dit verkeerd is of helemaal niet helpt. Het is alleen zo dat dit weinig effect heeft als je niet eerst aan de basisvoorwaarden voldoet. Iets wat te makkelijk/moeilijk is, wordt niet leuk als het in een quizje gestopt is. Net als dat een samenwerkingsopdracht ook niet leuk is als je genegeerd wordt.

Wanneer je intrinsiek gemotiveerd bent, dan betekent dit dat je de activiteit zelf leuk vindt om te doen. Er zijn maar weinig dingen waar we echt intrinsiek gemotiveerd voor zijn. En het goede nieuws is, dit hoeft dus ook niet. Het is fijn, maar niet nodig om iets te doen.

Bij extrinsieke motivatie doe je iets omdat er een beloning volgt, of een straf wanneer je het niet doet. Ik zie dat dit vaak ingezet wordt wanneer een kind eigenlijk al niet meer wil. Bij extrinsieke motivatie zie je dat het vaak even helpt, maar niet voor de lange termijn.

Extrinsieke en intrinsieke motivatie zijn waarschijnlijk wel bekende termen voor je. Maar ken je ook de autonome motivatie? Autonome motivatie is de motivatie waar het, vind ik, in het onderwijs om zou moeten draaien. Als je autonoom gemotiveerd bent, dan ben je gemotiveerd omdat je het nut van een activiteit inziet. Je weet waar je het voor doet en je weet wat je eraan hebt. Hierbij hoef je het niet altijd leuk te vinden wat je doet, maar je doet het wel omdat je er zelf bewust voor kiest.

Wil je hier meer over lezen? Koop dan mijn boek Motiveer en leer! Of download gratis het eerste hoofdstuk over motivatie.

Voor leerlingen is het vaak alleen al fijn om te weten dat autonome motivatie bestaat. Dat je ook gemotiveerd kunt zijn voor dingen die je niet leuk vindt, omdat ze passen bij je waarden en doelen. Dit inzicht krijgen ze niet uit zichzelf, je kunt tieners enorm helpen door hier met ze over in gesprek te gaan en dit met ze te bespreken. En vergeet dat vooral ook niet om wat voorbeelden van jezelf te noemen... Zien ze meteen dat jij ook maar een gewoon mens bent ;).

In gesprek over motivatie

Wil je de motivatie van een leerling vergroten, dan is de eerste stap altijd om met de leerling in gesprek te gaan. Pas als je weet wat de oorzaak is van het niet gemotiveerd zijn, dan kun je met de leerling samen gaan nadenken over een oplossing.

Belangrijk hierbij is de houding die jij hebt. Jouw houding maakt of de leerling zich wel of niet wil openstellen tijdens een gesprek. De leerling moet vertrouwen in jou hebben. Vertrouwen in dat hij zijn verhaal bij jou kwijt kan en vertrouwen in dat jij degene bent die kan helpen. Hierbij is het de uitdaging om zonder oordeel te zijn. Het helpt mij altijd om me op te stellen als een nieuwsgierige onderzoeker. Ik wil graag weten waarom een leerling iets wel of niet doet.

Concreet kun je met een leerling de voordelen, nadelen en gevolgen van bepaald gedrag en bepaalde keuzes bespreken. Tieners kunnen de lange termijn nog niet overzien, waardoor ze vaak voor de korte termijn zullen kiezen. Het lastige hierbij is dat ons primitieve brein gericht is op keuzes die voor de korte termijn fijn zijn. Alleen is het zo dat keuzes die voor de korte termijn fijn zijn, dat voor de lange termijn vaak niet zijn. Op de lange termijn zorgen ze voor pijn. Dit wordt vaak gezien als het kiezen voor de makkelijke weg. Jij kunt een leerling helpen door dit samen in kaart te brengen.

Makkelijke weg --> Korte termijn fijn --> lange termijn pijn

Moeilijke weg --> Korte termijn pijn --> lange termijn fijn

Tijdens de training Motiverende gespreksvoering in het onderwijs, leer je hoe je dit soort gesprekken met je leerlingen kunt voeren. Gesprekken waarin de eigen motivatie van de leerling wordt vergroot. We gebruiken hiervoor onder andere een beslissingsbalans.

Door de nadelen, voordelen en gevolgen met leerlingen te bespreken, leer je ze om meer na te denken over de lange termijn. En ze leren om bewuste keuzes te maken. Dat kan dan nog steeds de makkelijke weg zijn. Dit is in onze ogen misschien niet de juiste keuze, dat hoeft ook niet. De leerling heeft er wel bewust voor gekozen. Door daarna te bespreken hoe het gegaan is, wat het heeft opgeleverd enz. Leert de leerling hier weer van voor de volgende keer.


Motivatie en uitstelgedrag

Tijdens webinars en trainingen stel ik vaak de vraag: 'Welk ineffectief gewoontegedrag zie jij bij jouw leerlingen?'. Met stip op één wordt het niet uitvoeren van planningen en uitstelgedrag genoemd. Er komen vaak reacties van leerlingen als: 'Het boeit me niet meer.', 'Ik heb er geen zin in.', 'Ik vind het niet leuk.' Ook hierbij is het weer de leuke uitdaging om samen met de leerlingen te onderzoeken wat de oorzaak van het uitstelgedrag is. Zoals je hierboven hebt kunnen lezen, heeft bij uitstelgedrag het primitieve brein de overhand. Deze kiest voor de korte termijn fijn. En dat is vaak iets als gamen in plaats van leren. Als ik met leerlingen in gesprek ga over uitstelgedrag, hoor ik eigenlijk altijd dat ze er heel erg van balen. Ze krijgen er een slecht gevoel van over zichzelf. Uitgestelgedrag is ook niet goed voor je zelfvertrouwen en de betrouwbaarheid naar jezelf, je houdt je contant niet aan de afspraken met jezelf. Naast het in kaart brengen van de nadelen en de voordelen van dit uitstelgedrag en de gevolgen hiervan, is het belangrijk om ook naar de oorzaak te kijken. Pas als de leerling gemotiveerd is om het uitstelgedrag aan te pakken én als je weet wat de oorzaak is, dan kun je op zoek naar een oplossing. Een oorzaak kan bijvoorbeeld zijn dat de leerling geen overzicht heeft, dat de lesstof te moeilijk is, dat de leerling denkt dat de planning toch niet haalbaar is of sociale druk. Voor elke oorzaak zijn er andere oplossingen.

De eerste stap!

De allereerste stap is dus het vergroten van de motivatie om daadwerkelijk te veranderen door met de leerling in gesprek te gaan. Daarna kun je met de leerling op zoek gaan naar mogelijke oplossingen en de eerste stap om in actie te komen.

Belangrijk is dat deze eerste stap echt piepklein is. Deze stap moet 100% haalbaar zijn voor de leerling. Dit kan bijvoorbeeld '3 keer per week één wiskundesom maken' zijn. Of nog kleiner, uit school het wiskundeboek op tafel leggen. Dit lijken misschien onbeduidende, kleine stapjes en misschien vraag je je af hoe je hiermee echt vooruitgang kunt bereiken met een leerling. Dat begrijp ik heel goed en heb ik zelf ook gehad. Toch heeft de praktijk meer dan bewezen dat het werkt. Die eerste kleine stap die lukt, zorgt voor een positieve spiraal. Het lukt de leerling! Dat zorgt voor een positief gevoel en stap voor stap meer zelfvertrouwen. En na die eerste stap volgt vaak een tweede en derde en...

En het mooie is dat er voor zo'n kleine stap maar een klein beetje motivatie nodig is om het ook echt te gaan doen...