Executieve functies in de mentorles
In dit blog lees je hoe je de executieve functies van jouw leerlingen kunt versterken in de mentorles.
Wat zijn executieve functies (vaardigheden)?
Executieve functies zijn vaardigheden die ons helpen te beslissen op welke activiteiten of taken we onze aandacht richten en welke we kiezen om uit te voeren. Door deze vaardigheden kunnen we bijvoorbeeld activiteiten plannen en organiseren, ons ergens op concentreren en doorzetten om iets af te maken.
Het gaat hier om de volgende executieve vaardigheden/functies (Dawson & Guare):
- Planning
- Organisatie
- Timemanagement
- Werkgeheugen
- Metacognitie
- Reactie-inhibitie
- Emotieregulatie
- Volgehouden aandacht
- Taakinitiatie
- Flexibiliteit
- Doelgericht doorzettingsvermogen
Ieder mens heeft sterke en zwakke(re) executieve vaardigheden/functies. Deze vaardigheden ontwikkelen zich t/m 25 jaar.
Executieve functies aanleren
Het belangrijkste bij het aanleren is dat we niet kunnen verwachten dat leerlingen de executieve functies zelfstandig ontwikkelen, we moeten ze deze aanleren. Het tienerbrein is volop in ontwikkeling, het is daarom juist goed om tieners te trainen en zo de ontwikkeling van de complexe vaardigheden actief te stimuleren.
Het laten inzien van het belang van het aanleren van deze vaardigheden is hierbij onmisbaar. Wanneer je bijvoorbeeld met je leerlingen met plannen aan de slag gaat, is het belangrijk om eerst aan de slag te gaan met het belang duidelijk te krijgen van het maken en uitvoeren van een planning. Pas als leerlingen het nut hiervan inzien, en zien wat het ze oplevert, zijn ze bereid om zich ervoor in te zetten.
Inzicht krijgen in eigen gedrag
Naast het belang van het inzien van het belang 😊, is er ook inzicht in eigen gedrag nodig. Het is belangrijk dat leerlingen weten wat hun sterkere en zwakkere executieve vaardigheden zijn. Zo kunnen ze inzicht krijgen in welke sterke vaardigheden ze in kunnen zetten om hun doelen te behalen en welke zwakkere executieve vaardigheden ze nog zouden willen versterken.
Je kunt leerlingen hiervoor een zelftest in laten vullen (klik hier om deze gratis te downloaden - https://maakmijwatwijs.nl/bijhetboek/). Deze zelftest laat leerlingen onder andere nadenken over hun manier van leren, het geeft ze inzicht in welke vaardigheden ze al goed beheersen en welke ze nog kunnen verbeteren. Dit is een mooi uitgangspunt om met hen in gesprek te gaan.
Een andere manier om met leerlingen in gesprek te gaan is door het inzetten van de gesprekskaarten Executieve Functies Voortgezet Onderwijs van Leren Leren Nederland. De stellingen op de kaarten kun je gebruiken om met leerlingen in gesprek te gaan en zo in beeld te krijgen waar de leerling al goed in is en waar verbeterpunten nodig zijn. Klik hier om meer over de kaarten te lezen.
Executieve functies in de mentorles
Wanneer je in je mentorlessen aan de slag wilt gaan met het aanleren van de executieve vaardigheden dan kun je gebruik maken van de volgende stappen. Deze stappen zorgen ervoor dat het belang van het aanleren van de vaardigheid duidelijk wordt en dan de leerling stap voor stap toewerkt naar een concrete actie in het dagelijks leven.
- Uitleg: de uitleg bestaat natuurlijk uit het uitleggen van de vaardigheid, daarnaast is een belangrijk onderdeel van de uitleg het bespreken (en/of laten ervaren) van het belang van de vaardigheid.
- Snap-stap: dit is een belangrijk tussenstap. Vaak wordt er na de uitleg meteen over gegaan naar het bespreken van wat de leerling zelf zou willen veranderen. Dit gaat voor veel leerlingen te stel. Wat kan zorgen voor weerstand en minder motivatie. Het werkt motiverend om er een snap-stap tussen te zetten. In deze stap laat je de leerling nadenken over de vaardigheid zonder dat er meteen een concrete actie aan gekoppeld is. Benieuwd naar een voorbeeld van de snap-stap? Op deze pagina kun je die uit de les over uitstelgedrag gratis aanvragen.
- Bespreken/uitwisselen: naar aanleiding van de snap-stap gaan de leerlingen met elkaar in gesprek.
- Koppeling naar praktijk: nu zijn de leerlingen zo ver dat ze de koppeling naar de praktijk kunnen maken. Wat, van wat er in voorgaande stappen besproken is, zouden ze wel uit willen gaan proberen?
- Uitproberen: dan komt het moment van uitproberen. Uitproberen is belangrijk en noodzakelijk zodat de leerling erachter kan komen wat er wel/niet voor hem werkt. Uitproberen kan tijdens de les of thuis.
- Bespreken/uitwisselen: door het met de leerlingen te bespreken wat ze uitgeprobeerd hebben, laat je ze nadenken over of het wel of niet gewerkt heeft. Wat ze blijven doen, wat ze anders willen gaan doen enz. Zo leer je ze om de manieren te vinden die voor ze werken.
Wil je meer weten over Motiverende Mentorlessen waarin je met jouw leerlingen aan de slag gaat met de executieve functies? Doe dan gratis mee aan het webinar: 7 dingen die niet mogen missen in een Motiverende Mentorles.
Voor betrokken leerlingen, een fijne sfeer in de klas en actie van de leerlingen na de les.
Klik hier om meer te lezen en je in te schrijven.