In onderstaande situaties gaat het allemaal om verandering:
- jij hebt een uitdagende en leerzame activerende werkvorm bedacht. De leerlingen reageren met ' moet dat nou?' en gaan zuchtend ' aan het werk' (Lees: ze hebben het vooral over andere dingen).
- Je geeft een korte instructie. Leerlingen zitten er onderuitgezakt bij, reageren weinig op je vragen en stellen zelf geen vragen. Wanneer ze zelf aan het werk zijn, komen de vragen. Juist: precies over dat wat jij net hebt uitgelegd.
- Je leerlingen werken aan een groot project. In de les krijgen ze de tijd om hier zelf aan te werken. 1 van je leerlingen is steeds bezig met andere dingen, op jouw aansporingen om met het project aan de slag te gaan, reageert hij niet echt.
- Een meisje komt voor de zoveelste keer te laat de les binnen. Ze komt zonder iets te zeggen binnen, loopt naar haar tafel en ploft daar neer. Als je vraagt naar de reden van het te laat komen zegt ze: 'gewoon'.
- Een jongen laat steeds clownesk gedrag zien, waarin hij een groepje andere jongens meetrekt. De jongen laat in een 1 op 1 gesprek merken dat hij leuk gevonden wil worden en erbij wil horen en dat hij dus wel zo door moet gaan.
Vaak reageren we op een manier die goedbedoeld is, maar niet helpend... Zoals oplossingen geven of waarschuwen.
Het werkt beter als een leerling zelf zou pleiten voor een verandering, in plaats van dat wij dit proberen te stimuleren. Dit is de basis van Motiverende gespreksvoering.