Leerlingen motiveren (of demotiveren) door met ze in gesprek te gaan.
12 april 2021 
3 min. leestijd

Leerlingen motiveren (of demotiveren) door met ze in gesprek te gaan.

"Ik kan die planning nu wel maken, maar ik ga 'm toch niet uitvoeren."

"Het boeit me niet als ik te laat ben op school, ik leer er toch niks."

Ook jij zal dit soort uitspraken vast regelmatig van leerlingen horen. Door met een leerling hierover in gesprek te gaan, kun je de leerling helpen met het ontdekken en versterkten van zijn/haar motivatie. Als je dit met de juiste aanpak en insteek doet... Anders kan het, zelfs met jouw beste bedoelingen, een averechts effect hebben.

In dit blog 3 do's en 3 dont's bij het voeren van een gesprek met een leerling.

3 do's bij het voeren van een gesprek:

1. Ruimte geven voor twijfels

Geef ruimte aan de eigenheid, experimenteerdrift en twijfels van de jongere. Het 'mag' er allemaal zijn. Het is juist goed om dit te onderzoeken tijdens een gesprek. Bij het veranderen van een gewoonte horen twijfels. Dat betekent ook dat er eigenlijk altijd redenen zijn om te veranderen. Het is noodzakelijk om de twijfels volledig bespreekbaar te maken en te accepteren.

2. Samenwerking als basis van het gesprek

Veel jongeren worden gestuurd door hun ouders of school. Jij als professional bent dan, in de ogen van de jongere weer iemand die zich met hem bemoeit. De eerste reactie is dan vaak afwachtend of zelfs afwijzend, vooral als het initiatief voor het gesprek niet bij de jongere zelf vandaan komt.  Daardoor komen ze al binnen met weerstand. Belangrijk is dat je je eigen rol in het gesprek en de begeleiding goed neerzet en de verwachtingen daarover bijstelt.

"Het gesprek zal anders gaan dan je misschien gewend bent. Ik ga je niet vertellen wat je moet veranderen en hoe je dat moet doen. Ik ga samen met jou uitzoeken wat er in jouw leven op dit moment speelt en ik zal met je kijken of je daaraan zelf eventueel iets wilt veranderen."

Zie jezelf als een nieuwsgierige onderzoeker die samen met de jongere op zoek is naar doelen en middelen die tot positieve verandering kunnen leiden.

3. Focus op positieve kanten en mogelijkheden

Elke situatie heeft verschillende kanten, het is maar net waar je de focus op legt. Focus op de positieve kanten en mogelijkheden. Wat je aandacht geeft groeit. Leg tijdens de gesprekken de focus op verandertaal (taal waarin doorschemert dat de jongeren wil veranderen). Dit kun je doen door direct je waardering uit te spreken.  'Wat moedig van je.' Of indirecter door door te vragen wanneer je verandertaal hoort. 'Wat interessant wat je zegt, vertel daar eens wat meer over.'

Hoe meer verandertaal je van de leerling hoort, hoe groter de kans dat deze ook daadwerkelijk wil veranderen. Verandertaal ontlokken is een belangrijk onderdeel van de training Motiverende gespreksvoering. Je leert daarin bijvoorbeeld welke vragen je kunt stellen en hoe je de leerling door reflecties aanzet tot denken.

3 dont's bij het voeren van een gesprek:

1. Actief bemoeien

Hoe meer je je actief met de jongere bemoeit, des te meer weerstand je over het algemeen oogst. Dat kan best een uitdaging zijn. Vooral bij kwetsbare jongeren voor wie je je verantwoordelijk voelt. Je hebt dan het gevoel controle te willen houden voor het bestwil van de jongere. Dit werkt alleen averechts. Als jij meteen te hulp schiet, dan is de reactie weerstand of dat jij keihard aan het werk bent en de jongere achterover leunt en zich lekker door jou laat helpen.

2. Overtuigen

Heb jij een gewoonte die je eigenlijk wel zou willen veranderen, maar wat nog niet voldoende gelukt is? Welke dubbele gevoelens heb jij hierbij? Waarschijnlijk heb je aan de ene kant redenen om die verandering door te voeren, maar zijn er ook redenen om het te laten zoals het is. Waarschijnlijk zijn er al wel eens mensen geweest die je hebben proberen te overtuigen met argumenten om te veranderen of je ongevraagd advies gingen geven. Wat gebeurt er bij jou in zo'n situatie? Ik gok dat je het vrij irritant vond en dat het je vooral niet aanzette tot veranderen. Toch is dat wat er in heel veel gesprekken gebeurt. Je herkent dat je aan het overtuigen bent als je veel 'Ja, maar' terug krijgt.

3. Te veel gesloten vragen stellen.

Gesloten vragen zetten mensen niet aan het denken. Daarbij suggereren ze dat jij de expert bent en de ander niet. Je plaatst de ander in een passieve, afhankelijke rol. Gesloten vragen beginnen met een werkwoord. Stel je een open vraag, dan is de kans op verandertaal veel groter. En dat is nou net wat je graag wilt, verandertaal versterkt de motivatie van de jongere.

Over de schrijver
Eigenaar Maak mij wat wijs!
Reactie plaatsen