Stap 1: inzicht in eigen gedrag
23 mei 2022 
5 min. leestijd

Stap 1: inzicht in eigen gedrag

Naomi weet precies hoe ze moet plannen. Ze had van haar moeder de SLiM huiswerkplanner gekregen en was met de uitlegfilmpjes aan de slag gegaan. Ze snapte het principe snel en had er ook nog wel lol in om de planning te maken. De vaardigheid plannen beheerst ze... Toch had ze hier niet zoveel aan. Ze deed er namelijk bijna niks mee. Ze maakte de planning en dat was het...

Wanneer je tieners begeleidt bij het leren, plannen en concentreren blijkt de grootste uitdaging vaak de motivatie te zijn. Wanneer die ontbreekt, heeft het aanleren van vaardigheden weinig zin. De leerling gaat er dan toch niks (of veel te weinig) mee doen, behalve als jij er steeds naast blijft zitten...

Dat is natuurlijk niet wat je wilt. Je wilt graag dat de leerling zelf met de geleerde vaardigheden aan de slag gaat. Bijvoorbeeld dat hij/zij zelf bedenkt om een planning te maken voor een toetsweek en deze ook uitvoert of zelf aanpassingen doet om zich beter te kunnen concentreren of zelf om hulp gaat vragen aan een docent als dat nodig is.

Daarvoor ontwikkelde ik 7 stappen om jouw leerlingen te leren leren, plannen en concentreren, waarbij je ze motiveert om dit ook echt te gaan doen.

In dit blog stap 1 van de 7 stappen.

Stap 1: inzicht in eigen gedrag

Voordat een leerling zijn gedrag kan en wil veranderen is er inzicht in eigen gedrag nodig. Bewustwording is hierbij essentieel. Het is belangrijk voor de leerling om te weten waar hij goed in is, wat hij nog zou kunnen verbeteren en om voor zichzelf duidelijk te krijgen welke manieren en gewoontes er wel en niet voor hem kunnen werken.

Voordat ik je ga vertellen hoe je dan het inzicht in eigen gedrag kunt vergroten, is het goed om te weten dat het verklaarbaar is dat leerlingen wel die planning kunnen maken, maar dit niet doen. Of dat ze prima weten hoe ze zich moeten concentreren, maar toch steeds weer in dezelfde valkuilen trappen.
En laten we eerlijk zijn, dat herken je vast bij jezelf ook wel. We weten vaak prima wat er goed voor ons is, maar kiezen daar lang niet altijd voor. Hoe het komt dat dit gebeurt? Ons brein kiest het liefst voor gemak en voorkomt hiermee pijn en ongemak. Je brein houdt helaas geen rekening met de lange termijn. Daarbij komt dat veel van ons gedrag automatisch gebeurt, we vertonen dit gedrag zonder hier bewust over na te denken. We doen automatisch wat we altijd doen. Vaak is dat ook fijn. Als je over alles na zou moeten denken, dan zou dat verschrikkelijk vermoeiend zijn. Wanneer je iets wilt veranderen, is het echter wat minder fijn. Dan betekent dus dat een leerling die gewend is om tijdens zijn huiswerk op allerlei meldingen te reageren ook gestimuleerd wordt door zijn brein om dit te blijven doen. Dit is de makkelijkste weg en op de korte termijn het fijnst.

Het tienerbrein is volop in ontwikkeling. Zij moeten hun zelfsturing en zelfinzicht nog ontwikkelen. Zelfsturing houdt in dat je weerstand kunt bieden aan opkomende impulsen en vast kunt houden aan doelen. We kunnen tieners wel leren om een keuze voor de lange termijn te maken. We kunnen ze helpen om de gevolgen voor de korte en lange termijn te leren overzien. Door hier met ze over in gesprek te gaan kun je de ontwikkeling van het zelfinzicht versnellen.

Beginsituatie in kaart brengen

Zowel voor je leerling als voor jezelf is het fijn om eerst de beginsituatie in kaart te brengen. Dit kun je doen door het laten invullen van een zelftest (klik hier om deze te downloaden). Deze zelftest laat de leerlingen nadenken over hun manier van leren/plannen/concentreren, het geeft ze inzicht in welke vaardigheden ze al goed beheersen en welke ze nog kunnen verbeteren. Het is een hele fijne manier om aan de hand van deze zelftest met je leerlingen in gesprek te gaan.

Op de afbeeldingen zie je een stukje uit de zelftest over plannen.

Kijk naar de oorzaak

Naomi uit het voorbeeld kon prima een planning maken, maar het uitvoeren lukte haar niet. Ze nam het zich telkens voor, maar kreeg het niet voor elkaar. Vaak wordt er dan gezegd dat de leerling gewoon niet gemotiveerd is om het te doen. Ook Naomi zei dit over zichzelf: 'Ik ben gewoon niet gemotiveerd om mijn planning uit te voeren. Ik neem het me elke keer voor, maar elke keer op het moment zelf vind ik wel een reden, eigenlijk een excuus, om het toch niet te doen of om maar een beetje te doen in plaats van alles wat ik gepland had.'

Zo'n soort uitspraak zal je vast niet onbekend voorkomen. En uiteraard heeft dit te maken met motivatie. Maar dat een leerling 'gewoon niet gemotiveerd' is, is veel te kort door de bocht gesteld. Stap 2 van de 7 is dan ook gericht op het vergroten van de motivatie.

Wat ik met Naomi in deze eerste stap al heb gedaan is dat we hebben gekeken naar wat de oorzaak kan zijn van het niet gemotiveerd zijn om die planning uit te voeren. En toen bleek als snel dat ze niet gewoon niet gemotiveerd is ;)

Je kunt hierbij naar de pijlers willen, kunnen en omgeving kijken.

Willen, kunnen en omgeving

Willen:

Hierbij gaat het erom of leerling het doel duidelijk heeft voor zichzelf. En niet alleen het doel, maar vooral ook welke positieve gevolgen het behalen van dat doel heeft. Plus wat de gevolgen zijn als het doel niet behaald wordt.

Naomi had hier nog niet erg over na gedacht. Haar moeder had gezegd dat het wel handig zou zijn een planning, dat ze dan wat minder stress zou hebben. Dat leek haar wel fijn, dus was ze met de planning aan de slag gegaan. Wat het haar echt zou kunnen opleveren, dat wist ze eigenlijk niet zo goed.

Kunnen: 

Heeft de leerling de vaardigheden in huis om het doel ook daadwerkelijk te behalen? En minstens net zo belangrijk: gelooft de leerling ook dat het haalbaar is?

Uit de zelftest van Naomi kwam naar voren dat ze veel vaardigheden rondom het plannen al beheerst. Ze kon bijvoorbeeld al een opdracht opdelen in deeltaken en een huiswerkplanning maken. Uit het gesprek en de zelftest bleek ook dat ze geen goede inschatting kan maken van hoe lang opdrachten duren en dat ze het moeilijk vindt om prioriteiten te stellen, ook vertelde ze dat ze de dingen die ze moeilijk vindt vaker uitstelt. Ze gelooft er niet in dat het haalbaar is. 'Ik heb het al zo vaak geprobeerd om me aan mijn planning te houden, maar het is steeds mislukt. Ik denk ook niet dat het me kan lukken.'

Omgeving:

Als laatst is het goed om te kijken naar de omgeving van de leerling. Is het in de omgeving van de leerling haalbaar om hieraan te werken?

Naomi vertelt dat ze een eigen kamer heeft met een bureau waaraan ze rustig haar huiswerk kan maken. Ze heeft wel regelmatig ruzies met haar moeder over het beginnen aan haar huiswerk.

Deze eerste stap staat dus in het teken van het vergroten van het zelfinzicht. Dit kun je doen door middel van de zelftest en het in gesprek gaan met de leerling. In het voorbeeld zie je dat Naomi veel meer over zichzelf te weten is gekomen, haar zelfinzicht is vergroot. Ze snapt nu waarom het haar tot nu toe niet lukte om haar planning uit te voeren. Naomi snapt dat ze dingen moet gaan veranderen om dit wel voor elkaar te gaan krijgen. De volgende stap is het vergroten van de motivatie om te veranderen.

Over de schrijver
Eigenaar Maak mij wat wijs!
Reactie plaatsen